Jullie interview met Lasse Schöne!

Terug

Via de website, Facebookpagina en Twitterpage van FC Robinstijn vroegen we jullie om vragen in te sturen die de redactie van FC Robinstijn namens jullie zou voorleggen aan Lasse Schöne. We kregen enorm veel reacties en maakten een keuze uit de vele vragen. We konden namelijk niet de hele dag met Lasse praten, hij moest ook nog trainen! Dus hier zijn jullie vragen en Lasse’s antwoorden!

 

Sander van Oosterhout, Noa van Helvoirt, Gijs Verbakel en Wessel Mon vragen zich af waarom Lasse zo goed is in het nemen van vrije trappen. Ze willen graag tips, want ze willen het zelf ook graag leren.

Lasse: “Tja, tips… Het is vooral een kwestie van veel oefenen. Links en rechts als het kan, maar ik ben rechtsbenig, dus ik neem ze altijd met rechts. Maar als je nog heel jong bent, is het goed om te leren met links én rechts te trappen, al zal het ene been vrijwel altijd beter zijn dan het andere. Dus een keer of 50 per dag of per training trappen, dan zul je zien dat het steeds beter gaat. Ik ben op jonge leeftijd al begonnen, maar de laatste tien jaar heb ik me er echt op toegelegd. Dan moet je natuurlijk je positie verdienen als vrije-trappen-nemer binnen het team, dat doe je door op de training te laten zien dat je het kunt.”

Mika van der Laar heeft een hele goede vraag. Ik loop zelf al een tijdje mee en heb spelers als Jesper Olsen, Soren Lerby, Frank Arnesen en Jan Molby bewust meegemaakt en ik heb me daar ook altijd over verbaasd: hoe kan het toch dat Denen zich zo ongelofelijk snel aanpassen in Nederland en ook de taal zo snel zo goed spreken?

“Haha, ja. Het geldt voor alle Scandinaviërs, denk ik, niet alleen de Denen. Nou moet ik zeggen dat de Deense, Noorse en Zweedse taal met name tot dezelfde talengroep behoren als het Nederlands en het Duits. Er zijn parallellen, ook qua grammatica. Dat scheelt, denk ik. Maar verder doen we ook erg ons best om de taal zo snel mogelijk te spreken. Dat is ook fijn hè, als je met je ploeggenoten mee kunt praten en als je weet wat er op straat of op de televisie gezegd wordt. Het hoort ook bij professionalisme.”

Stijn van Bussel heeft ook een goeie: hij wil weten waarom je het leuk vind om ambassadeur van FC Robinstijn te zijn?

“In het begin was ik nog geen ambassadeur, maar ik vond het wel heel leuk om erbij betrokken te zijn. Als je ziet wat het voor impact het heeft op kinderen als wij voetballers hun een béétje aandacht geven, wat dat losmaakt! Die glimlach op hun gezicht, geweldig om te zien. Ze glimmen van geluk. Dat doet iets met je. Het geeft een heel fijn gevoel, want je maakt kinderen blij. Iets mooiers is er niet. Toen ik gevraagd werd om ambassadeur te worden heb ik ook direct ja gezegd. Niets is mij te veel om kinderen gelukkig te maken. Ze helpen om even hun leed te vergeten, dat is het minste wat je kunt doen.”

Het geeft een heel fijn gevoel, want je maakt kinderen blij. Iets mooiers is er niet.

Max Kerssemakers vraagt wat je zou zijn geworden als je geen profvoetballer was geworden?

“Dat is een hele goeie, poeh! Ik zou het eerlijk gezegd niet een-twee-drie weten. Het klinkt heel stom, maar ik ben er nooit zo meest bezig geweest. Ik wilde van kleins af aan al profvoetballer worden en ik ging op mijn 16e al naar Heerenveen, dus ik ben ook niet echt met beroepskeuze bezig geweest, snap je? Ik was altijd erg geïnteresseerd in mode en nog steeds, dus misschien was ik daar iets in gaan doen. Ik ben heel blij dat het me gelukt is om profvoetballer te worden, dat is zeker!”

Een heel aparte vraag dan. Barbara Konings wil weten of je wel eens ziek bent geweest tijdens een wedstrijd?

“Ha, dat is niet zo’n gekke vraag, hoor! Natuurlijk ben ik wel eens ziek geweest voor of tijdens een wedstrijd. Dat je wat grieperig bent, of verkouden, of buikpijn hebt… Dat gebeurt iedereen en voetballers dus ook. Als het dan echt te erg was, kon ik niet spelen, maar als het even ging, dan probeerde ik het toch, desnoods met een pijnstiller of iets tegen de buikloop, ik noem maar wat.”

Tijn Schilder en Thijmen van Baalen vragen zich af naar welke andere club je zou willen gaan als je de kans had.

“Nou ja, ik zit natuurlijk wel bij de mooiste club van Nederland nu, maar vroeger was ik altijd fan van AC Milan. Nou zal het er vast niet meer van komen, maar die club zat wel altijd in mijn achterhoofd, zo van ‘als ik toch eens bij Milan zou kunne spelen!’ Maar ik heb een mooie loopbaan gehad en ik ben blij dat het me gegeven is om bij Ajax te kunnen spelen, toch ook een schitterende club.”

Jasper van Oosterhout en Daan Geysmans vragen of je misschien een paar voetbalschoenen voor ze hebt…

“Hahahaha, dat is een goeie. Ik zal eens in mij spullen duiken en kijken of ik wat voor ze heb. Moeten we alleen nog zien te regelen dat de schoenen bij Jasper en Daan terecht komen. Dat moeten we zien te regelen!”

Morris Werner heeft een leuke: hij vraagt zich af of je altijd probeert om mooi te scoren of dat je gewoon een doelpunt maakt, zolang hij maar zit!

 “Oh haha, dat is een gewetensvraagje! Nou kijk, het gaat natuurlijk om het scoren, maar het is altijd wel fijn als het ook een mooie goal is. Dat maakt het iets specialer. Je hebt zo wel eens iets in gedachten, een mooi lobje of zo, maar als dat te moeilijk wordt, moet hij er gewoon in, maakt niet uit hoe! Als het éven kan…. Een mooi doelpunt voelt wel iets lekkerder!”

Luuk van Stiphout is benieuwd of je vroeger ook een idool had.

“Ja, die had ik! Dat was Roberto Baggio. Ik weet niet of veel kinderen hem nog kennen, maar hij is een Italiaan die bij Fiorentina en later bij AC Milan op het middenveld speelde. Hij kwam uit ook voor de nationale ploeg. Ik zag hem in het stadion spelen bij zijn debuut voor AC Milan, dat was tegen Udinese. Ik heb later ook nog eens achter hem gezeten in een cafeetje en ik durfde niet op hem af te stappen, haha. Maar een prachtige voetballer. En natuurlijk Michael Laudrup, mijn landgenoot. Ook een schitterende speler.”

Annika Verhagen wil weten wat je zo leuk vindt aan voetbal?

“Och, mijn pa en mijn opa hebben zelf ook als prof gespeeld, dus ik kreeg het met de paplepel ingegoten. Mijn vader heeft me nooit gepusht om voetballer te worden, maar ik vond het gewoon als heel kleine jongen al ontzettend leuk. Sinds ik kon lopen, liep ik al met een bal rond, we waren onafscheidelijk!”

Max Rossen en Sjoerd Smits willen graag weten bij welke clubs je allemaal hebt gespeeld.

“Als ik dan begin in Denemarken: ik ben begonnen bij een club met de naam B70. Toen gingen mijn ouders verhuisd en toen ben ik bij HVB gaan spelen. Weer later ben ik teruggegaan naar B70 omdat het niveau daar toch wat hoger lag. Toen ben ik naar Lyngby gegaan, dat is al een wat bekendere club in Denemarken. Daar werd ik gescout door Heerenveen en ben ik als 16-jarige naar Heerenveen gegaan. Daarna heb ik gespeeld voor De Graafschap, dan NEC en in 2012 ben ik naar Ajax gegaan. Daar zit ik nu nog.”

Mees van Wingerden vraagt zich af hoe lang je al voor de Deense nationale ploeg speelt.

“Ik heb om te beginnen in vrijwel alle jeugdselecties gespeeld en vanaf een hele poos in het Deense elftal. Ik ben niet zo heel goed in statistieken, maar ik denk dat ik iets van 20 A-interlands heb gespeeld.” (het zijn er 22, JB)

Meester Hans uit de klas van een van de vraagstellers heeft ook een vraag: of je een keer mee komt gymmen!

“Hahahahaaaa! Nou, het is heel lief dat hij me vraagt, maar dat moet ik toch overslaan. Als ik na een training thuis kom, dan ga ik me met de kinderen bezig houden en dan ben ik aan het einde van de dag wel kapot hoor! Dus ik gym al genoeg op een dag!”

Finn van Brussel heeft ook zo’n gewetensvraagje: als Barcelona je vraagt, zeg je dan ja?

“Nou… Ik denk dat er heel weinig voetballers nee tegen Barcelona zouden zeggen, haha. Ik dus ook niet, maar ik acht de kans klein dat het gebeurt!”

Nou heeft Estiven ook een mooie vraag bedacht! Ik voetbal veel met Estiven op straat en dan is hij altijd Lasse Schöne en moet ik er weer aan geloven. Krijg ik weer een bal door mijn benen gespeeld! Komt-ie: Lasse, waarom is PSV dit jaar kampioen geworden?

“Oh, zo! Goed van je, dat je je pa door de benen speelt, ga zo door! En PSV, tja… Ze waren dit jaar gewoon de beste helaas. Wij waren met Ajax na de winterstop gewoon niet meer zo goed en zij gingen gewoon door. Ik vind het jammer dat ik het moet zeggen, maar PSV was gewoon de beste dit jaar.”